Wat in het klassieke onderwijs ‘een opstel’ is, is bij ons ‘vrije tekst’. Dat kan een fantasieverhaal zijn, een reeks moppen, een waargebeurd verhaal, een strip, een nieuwsbericht, een brief…
Wekelijks komt een stuk tekst van iemand uit de klas op het bord. We bekijken deze tekst samen met de hele klas. We beginnen met complimenten, wat heeft de schrijver echt goed gedaan? Daarna bekijken we samen ook wat misschien nog beter kan op vlak van spelling of zinsbouw.
Taal en spelling worden opgebouwd uit wat leeft bij de kinderen. Woorden die uit het rondeboek komen, vaak terugkerende fouten die uit vrije teksten, artikels uit kinderkranten…
Zo gaan kinderen aan de slag met eigen materiaal en woorden die binnen hun leefwereld zitten. Het is toch veel leuker om bijvoorbeeld de bijvoeglijke naamwoorden te zoeken en aan te passen in je eigen tekst dan in een verhaaltje dat je niet kent? Zo zien kinderen zien hun eigen taal en teksten evolueren.